G-465379

03-04-2006 - Dagblad Tubantia

03-04-2006: Dagblad Tubantia:

Absurde taferelen in klucht van Eensgezindheid

TONEEL - Overdinkel, Verenigingsgebouw. Uitvoering van het blijspel Camping en Botenverhuur Zoer van Herman van der Aa, door de christelijke toneelvereniging Eensgezindheid. Regie: Riekus Doosje en Henk Maat.
Van toneelauteur Herman van der Aa zijn we gewend dat hij een maatschappelijke re­levantie in zijn stukken pro­beert aan te brengen. Wat er in de leefwereld van de spelers en toeschouwers kan gebeuren wordt in zijn spel bewust gebruikt en krijgt daardoor een grotere realiteitswaarde. Maar hoe moet dat dan als je vanuit die visie een klucht gaat schrijven? Dat kan leiden tot absurde taferelen en dat is dan ook weer de bedoeling. In het stuk dat door Eensgezindheid vier keer voor een volle zaal van de HervormdeVereniging werd opgevoerd gaat het om de ver­schraling in de agrarische sector. Boerenbedrijven moeten inkrimpen en worden door de verstedelijking opgeschrokt. Doordat bouwland onteigend wordt, zoekt de boer op zijn overgebleven stuk grond een veelal branchevreemde existentie. 

Zo ook de gebroeders Zoer die op voorstel van Cornelis, de oudste van het drietal, op hun twee overgebleven bunder een camping beginnen. Albert de middelste broer voelt daar niets voor, te meer daar Cornelis zonder de nodige vergunningen wil werken. Hij verklaart zich echter solidair en treedt, als de nood aan de man komt, op als kok. Dan is er nog Geertman, de jongste, die door de andere broers voor dom wordt versleten, maar soms heel schrander en ge­wiekst uit de hoek weet te komen. Het probleem voor Zoer is, dat hun ervaring in het campingbedrijf totaal ontbreekt, terwijl er ook geen enkele accommodatie op het boerderijtje aan­wezig is. Dat wordt improviseren en behelpen als op een advertentie de eerste gasten komen.

Lucas Doosje gaf een starre campinghouder Cornelis Zoer ten beste, die in Piet Pereboom als broer Albert een meegaande hulp kreeg. Rudi Stappenbeld zette in de rol van Geertman door zijn inventiviteit de toeschouwers voor verrassingen en kreeg daardoor herhaaldelijk de lachers op zijn hand. Als tussenschakel tussen bedrijf en buitenwacht fungeerde postbode Herbert, een rol waarvan Wilbert Bosch zich met verve kweet. Dat gold ook voor Koosje Bijkerk, die als dorpsgenote Zwaantje Naogel ijverde voor een vrijgezellenclub, maar tevens een oogje had op broer Albert. Dat hadden trouwens ook de vier uitsluitend uit vrouwen bestaande campinggasten, wat weer tot vreemde taferelen aanleiding gaf. En in deze rol konden Margje Wiggers, Gerry Jonker, Margret Roelink en Natasja Kamphuis zich uitleven.
Wim Everink

Share our website