G-465379

01-04-2011 Dagblad Tubantia

31-03-2011:  Dagblad, de twentsche courant Tubantia                    

rubriek TWENTE UIT DE KUNST, interview hart en ziel.    
   

 
Naam: Hala Bryk
Leeftijd: 61 jaar
Woonplaats: Overdinkel
Opvoering: Toneelvereniging Eensgezindheid voert 5 keer ‘Een vreemde rekening’ van Herman van der A op in de Nederlands Hervormde Vereniging in Overdinkel
1,8,9,15 en 16 april 
Aanvang: 20.00 uur
 “HET ETEN IS NIET TE VRAAAAIIIITE"
 Het is best een lang stuk, de klucht ‘Een vreemde rekening’. Op de gemiddelde repetitie bevindt Hala Bryk zich dan ook meer dan twee-en-een-half uur met het toneelboekje in de coulissen. ‘Aan het einde van de avond ben ik vaak bekaf, maar wel voldaan.’
 DOOR NICOLET STEEMERS – FOTO CHAREL VAN TENDELO
 ‘Het loonbedrijf van Jan Smink heeft financiële problemen, en daar heeft het feit dat men in Den Haag de geldkraan dicht draait alles mee te maken. Dat is het thema van de klucht die de Overdinkelse toneelvereniging Eensgezindheid dit jaar op de planken brengt in de plaatselijke Nederlands Hervormde Vereniging. De moeilijkheden waar de agrariër zich heden-ten-dage voor gesteld ziet vormen een favoriet onderwerp van de Drentse toneelschrijver Herman van der A, en het is ook zeker een onderwerp dat Eensgezindheid past. ‘Alleen is het Overdinkels plat natuurlijk weer anders plat dan het Drents,’ aldus Hala Bryk, voorzitter van de vereniging. ‘Hier, in het land van you en me, spreken we bijvoorbeeld niet van een vromde rekening, maar van een vremde rekening. Maar dat zijn natuurlijk details.’

In de 76-jarige geschiedenis van Eensgezindheid heeft men wel eens een ander genre dan de klucht uitgeprobeerd. Een paar jaar geleden nog werd een drama opgevoerd dat weliswaar relatief goed werd ontvangen door het publiek, maar waarbij in de commentaren steevast de opmerking viel dat ze toch liever een avondje kwamen lachen. ‘Dat hebben we ter harte genomen,’ verklaart de voorzitter, die zelf alweer 39 jaar lid is. ‘Voor veel mensen is het misschien wel een van de weinige avondjes uit, en wij vinden het belangrijk om ze een leuke avond te bezorgen. Daarom houden we de prijs voor een kaartje ook laag.’

De laatste keer dat ze zelf op het podium stond is drie jaar geleden. ‘Meestal souffleer ik. Daar heb ik erg veel plezier in. De kunst van het souffleren wordt vaak onderschat; het kost behoorlijk wat inspanning en je moet zowel snel kunnen lezen als de spelers in de gaten houden. En natuurlijk hoor je in te kunnen schatten waar het fout dreigt te gaan. Iedereen geeft zo zijn of haar eigen signalen af die een rood lampje doen branden. De één begint omhoog te kijken, de ander begint te lopen of staat je in complete verstarring aan te kijken.’ Ze lacht. ‘Ik herinner me een geval waar het ernstig mis dreigde te gaan. Een vrouwelijke hoofdrol. Al voor de voorstelling kreeg ze zo’n black-out dat ze naar buiten vluchtte. Ik ben haar achterna gegaan, heb mijn handen op haar bovenarmen gelegd en heb haar verzekerd dat ik haar erdoor zou slepen, desnoods woord voor woord. Nou, dat bleek nodig te zijn ook.’

Toch vindt ze het wel leuk om af en toe ook te spelen. Wat haar mooiste rol ooit was? Ze denkt een moment na. ‘Er waren er meerdere, maar die keer dat ik een platvloerse Amsterdamse moest spelen in ‘De onbetaalbare loodgieter’ komt als eerste bij me op. Dat Amsterdamse accent was het probleem. Ik oefende, maar het wilde maar niet authentiek klinken. Maar tot mijn geluk kwam ik op Vlieland in een hotel een groep acteurs van het Amsterdams volkstoneel tegen. Carry Tefsen zat daar ook bij. Vanaf het moment dat ik ze vertelde over mijn rol, riepen ze, als ze me tegenkwamen: “Meid, ga je boekie even halen, dan kunnen we repeteren.” En toen bleek het eigenlijk nog helemaal niet zo moeilijk te zijn, dat plat Amsterdams. Je moet gewoon langzamer praten. Dus niet: het eten is niet te vraiten, maar het eten is niet te vraaaaiiiite!’  


 

Share our website